Veiligheid & gezondheid

Wij zullen regelmatig samen met de preventiemedewerker van de brandweer de in beheer zijnde objecten (geldt niet voor alle vormen van gebruik) bezoeken en de algehele brandveiligheid bespreken en controleren. Het betreft dan voornamelijk het vrijhouden van vluchtwegen en nooduitgangen, of er noodverlichting aanwezig is en/of de aanwezige ontruimings- en brandmeldcentrales functioneren. Waar mogelijk wordt deze situatie continu verbeterd. Bij ingebruikname is het belangrijk te controleren of er inventarisaties, logboeken of beheerplannen aanwezig en actueel zijn. Vaak heeft de opdrachtgever deze in bezit en ligt er een afschrift daarvan in het object. Het Vastgoedgenootschap zal hier naar vragen. We hebben het hier meestal over de eventuele aanwezigheid van asbest, legionella, liftkeuringen en keuringen van brand/blusmiddelen.

Wij vinden het daarnaast van belang dat het object, personen en de goederen daarin op een adequate wijze worden verzekerd door middel van een opstal, WA en/of inboedelverzekering. Wij verzekeren ons ervan of de opdrachtgever deze heeft afgesloten. Zelf zijn wij verzekerd tegen schade en aansprakelijkheid en van onze gebruikers verlangen wij een WA verzekering en indien van toepassing een inboedelverzekering. Zolang dit niet in orde is kan van ingebruikname van het object geen sprake zijn!

Bij inschrijving van een gebruiker wordt de aanschaf van ons brandpakket verplicht gesteld. Dit brandpakket bevat een poederblusser, 2 rookmelders waarmee een brand snel kan worden opgemerkt, een blusdeken, een zaklamp, een verbandtrommel en verdere relevante informatie erover en over de brandveiligheid. Ook zullen wij bij de aanwezigheid van open gasverbrandingstoestellen altijd een Co melder monteren. Wij adviseren overigens niet zelf een brand te blussen maar zo snel mogelijk het object te verlaten en de hulpdiensten te waarschuwen (bel 112). Veiligheid maakt onderdeel uit van onze interne bedrijfsprocedures waarvan de kwaliteit ervan periodiek door een onafhankelijke instantie wordt getoetst.

In de handreiking voor gebruik van leegstaande gebouwen die wij ter beschikking stellen bij ingebruikname staat aangegeven wat men preventief kan doen ter voorkoming van brand, eventueel vrijkomen van asbestdeeltjes of ter algemene bevordering van de veiligheid. Wij vragen ook van u verantwoordelijkheid te nemen en oplettend hierin te zijn. Maak dagelijks een ronde, sluit deuren en ramen, hou vluchtroutes vrij, gebruik zoveel mogelijk zelfdovende afvalbakken en let op bij het roken. Een ander belangrijk punt is legionellabestrijding. Het legionellabeheer is vaak georganiseerd door de opdrachtgever/verhuurder die regelmatig en volgens de regels waterleidingen en brandslanghaspels doorspoelen. Wij overleggen met de gebruikers welke preventieve maatregelen genomen kunnen worden ter voorkoming van brand, vrijkomen van asbestdeeltjes en legionella.

In objecten gebouwd voor 1993 kan asbest voorkomen, soms zichtbaar, soms onzichtbaar. De opdrachtgever/verhuurder heeft vaak al een asbestinventarisatie laten uitvoeren en weet dus of er asbest aanwezig is, op welke plek en waar men extra bedachtzaam moet zijn. Het zichtbare asbest is vaak al gesaneerd. Een afschrift van de asbestinventarisatie dient in het object op een zichtbare plaats aanwezig te zijn. Het Vastgoedgenootschap zal hierop letten en indien van toepassing een kopie afschrift eisen of informatie hierover verlangen van de opdrachtgever. Het boren van gaten, verwijderen van vloeren, wanden, deuren en plafonds b.v. kan ervoor zorgen dat asbestdeeltjes vrijkomen. In principe mag men dus geen enkele destructieve handeling in een object uitvoeren. Het boren van gaten in monumentale panden is al helemaal niet toegestaan.

Ook zwam en bodemvervuiling kunnen gezondheidsproblemen veroorzaken of het object verder beschadigen. Let dus extra op bij schimmel en lekkages en meld deze terstond bij het Vastgoedgenootschap. Na verwittiging bij de opdrachtgever/verhuurder zal deze waar mogelijk zaken zo spoedig mogelijk (laten) herstellen of minimaal maatregelen nemen ter verdere verspreiding daarvan. Eventueel aanwezige bodemvervuiling is uitsluitend bekend als er een bodemonderzoek en rapport is opgemaakt. Een afschrift hiervan is dan bij de opdrachtgever/verhuurder aanwezig. Het Vastgoedgenootschap zal hier zeker naar vragen en de gebruiker op de hoogte stellen. Van leegstandbewoning kan alleen sprake zijn als uit het rapport blijkt dat dit geen problemen oplevert voor de volksgezondheid. Vaak gaat het er hierbij om dat b.v. geen voedsel mag worden verbouwd in de tuin of dat hierin niet diep mag worden gegraven. Overleg hiertoe altijd eerst met het Vastgoedgenootschap.